Woensdag 03 februari 2010 (Dag 4)
De wekker loopt af om kwart over 6. Joris en Sophia staan op want zij moeten tegen 7 uur op hun school zijn. Ik moet maar 2 uur later op mijn school zijn. Toch sta ik op want veel lawaai maken kunnen de 2 andere wel. Na het ontbijt zijn Joris en Sophia direct weg. Ik heb nog even tijd en maak gebruik om mijn blog van de vorige dag te typen. Tegen half 9 vertrek ik ook met de fiets naar mijn school. De eerste keer op de fiets in Suriname en direct wordt ik meegesleept met het drukke verkeer op de Kwattaweg. In België zou men raar kijken als je links rijd, maar hier is het van moeten. De wegen zijn hier zo smal dat 2 auto’s elkaar juist kunnen passeren. Aan de verkeerde kant van de rijweg rijden (rechts dus) zou fatale gevolgen kunnen hebben.
Lie had me de dag ervoor nog op gewezen dat het erg gevaarlijk is op de weg. Dagelijks komen er 1 tot 3 personen om in het verkeer. Dit zijn meestal motorrijders en autobestuurder want zij rijden het zotst van allemaal. Het is nu niet dat ik als fietser heel wat minder risico’s ondervind, maar ik moet de weg op. Er is geen andere manier om aan mijn school te geraken. De bus is niet haalbaar want dan zou ik een uur vroeger moeten vertrekken en de taxi zou financieel beginnen tegenvallen als ik iedere dag naar school zou moeten.
Gelukkig moet ik vanuit onze straat nog niet oversteken. Ik kan direct de rijweg volgen. Na een tijdje rijden kom ik aan een Shell-station. Hier had Lie aangegeven dat ik moest inslaan. Het probleem is hier wel dat ik volledig de straat hiervoor moet oversteken. Ik besluit even te kijken hoe andere fietsers en bromfietsen het aanpakken, want de auto’s rijden erg kort op elkaar van beide kanten. Ook vanuit de andere straten van het kruispunten komen voordurend auto’s en fietsers. Na een kleine 5 minuten hoop ik er klaar voor te zijn. Ik besluit het stukje voor stukje te doen en de straat recht voor mij eerst over te steken. Hierdoor zou ik enkel nog recht moeten oversteken. Ik bekijk nog even alles en dan zie ik het… een gaatje om over te steken. Ik spring op mijn trappers en duw zo hard ik kan om over te zijn. Met een kloppend hartje kom ik veilig en wel aan de overzijde van de straat. Het moeilijkste stuk van deze etappe zit er op. Nu moet ik de straat blijven volgen kom ik rechtstreeks aan mijn school.
Op de schoolterreinen staat een bord dat leerlingen niet mogen blijven hangen in de fietsenstallingen, maar als ik de volledige site doorfietst ben, heb ik nog altijd geen fietsenstalling tegengekomen. Ik zie wel heel wat fietsen gewoon tegen een schoolgebouw staan. Ik denk in mezelf dat hier geen boze opvoeders zullen rondlopen en verkeerd geplaatste fietsen zullen vastzetten, dus ik zet mijn fiets bij de andere.
Kariem (dit is de achternaam, de voornaam is voorlopig onbekend) had met mij afgesproken tegen 9 uur in het practicumlokaal maar daar was nog niemand te bespeuren. Roy was juist een les aan het geven in de projectklas en ik heb me hier maar bij gezet. Na een half uur kwamen enkele leerlingen toe met computers. Deze brachten ze naar de practicumlokaal. Bij de laatste leerlingen was ook Kariem. Hij legde uit dat het de bedoeling was dat ik samen met 2 ‘hulpjes’ de computers open maakte en op iedere tafel 2 computers plaatste. Ook moesten we nummertjes aan iedere plaats bevestigen. Als dit allemaal klaar was, gingen we nummertjes 1 tot 10 maken met een Dymo-achtig machientje en 10 onderdelen op het moederbord aanduiden. Deze zouden de leerlingen dan moeten benoemen.
Na zeker een uurtje werk, zat de opdracht er op. Op 3 computers na, was de volledige klas klaar voor de repetitie (bij ons zou zo iets examen heten). Ik besloot toen maar een blik te werpen in de klas ernaast. Daar was een presentatie bezig van een bedrijfsleider. De leerlingen hadden in groepjes een project moeten maken en dit via mail doorsturen naar deze persoon. Vandaag kwam hij hierover feedback geven. De leerlingen hadden in hun mails niet erg formeel geschreven. “In bijlage vind je het bestand. Groetjes groep 2.”, was een iets te veel voorkomende tekst. De bedrijfsleider was hierover niet te spreken. In de portfolio hadden de leerlingen ook veel te veel taal- en spellingfouten laten staan. Dit waren maar enkele van de opmerkingen die hij gaf. Na deze spreekbeurt zat het er voor de leerlingen op. Ik ging mee met Kariem naar de administratie (bij ons secretariaat) want daar moest een kopieermachine aangesloten worden op het netwerk. Samen met zijn 2 hulpen probeerde Kariem dit, maar na een half uur was er nog geen betering en lieten ze het voor wat het was. Ik ging terug naar de leslokalen. Daar was Jerrol aanwezig en zou ik hem voor de eerste keer echt ontmoeten. Met hem overliep ik kort wat ik moest doen, maar een half uur babbelen had eigenlijk niet veel tot resultaat. Morgen zouden ze wel verder doen. Voor Roy was het zeker genoeg. Hij had al zoveel moeten nadenken dat zijn hoofd al wat zeer deed.
Voor mij zat mijn schooldag er dus op. Ik nam mijn fiets en ging terug de uitdaging aan om naar huis te fietsen. Echter als ik bijna op het einde van de tweede rijweg was, begon mijn achterste band leeg te lopen. Er zat dus niets anders op dan terug naar huis te stappen met de fiets aan de hand. Met een branden zon is dit wel even afzien. Thuisgekomen wou ik aan Lie vragen wat ik met de fiets moest doen, maar ze was niet thuis. Ik besloot dan zelf maar een fietsenmaker te zoeken of toch minstens een kit om het zelf te repareren. Rechtover onze straat was er een winkel waar dezelfde fietsen werden verkocht maar zij konden mij niet verder helpen. Ze verwezen mij wel door naar een winkel honderd meter verder. Dit was een grote fietsen- en autowinkel die uitgebaat werd. Ik begon mijn vraag maar als snel werd duidelijk dat de Chinese uitbater niets begreep van mijn vraag. Aan de hand van veel handbewegingen en oergeluiden (pang, knal, pffff …) probeerde ik het opnieuw maar zonder resultaat. Gelukkig was er een andere persoon in de winkel aanwezig die het in een plaatselijk dialect kon vertalen. Nu begreep de winkelier het wel. Ik kon naar huis met een kit om mijn fiets te herstellen. Thuisgekomen begon ik dan maar direct met het zoeken van het gaatje. Het bleek dat een volledige duimspijker door mijn band was gegaan. Hierdoor had ik direct 2 gaatjes om te dichten. Ik had direct iets om mijn namiddag te vullen.
’s Avonds hebben we voor de eerste maal een volledige maaltijd in elkaar geknutseld. Voornamelijk Joris en Sophia waren de keukenprins(essen) Het werd Kip met echte curry, wortelen en rijst. En lekker dat dit was. Tegen 22 uur was onze kaars wel uit en kropen we in ons bed. Maar zoals het precies een gewoonte begint te worden, werden we ook nu wakker gebeld. Deze keer was het mevr. Rozenblad die vroeg hoe de kennismaking van de school was verlopen en of we nog een fiets moesten hebben. Na een 5 minuten durend gesprek, legde ik mijn telefoon weg en begon ik aan deel 2 van mijn nachtrust. Slaapwel!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten