Zaterdag 20 maart 2010 (Dag 21)
6uur, de wekker loopt normaal af. Mijn GSM staat echter ingesteld dat het alarm enkel op weekdagen moet aflopen. Wij slapen dus veel te lang. Gelukkig maakt Sophia ons wakker en maken we ons in snelle vaart klaar. Vandaag gaan we namelijk naar het natuurgebied Brownsberg. Omdat het wel even rijden is en we veel willen zien, moet er vroeg vertrokken worden. Na het inpakken van onze bagage is het al snel 7 uur.
Harvey, de organisator, is de eerste Surinamer die op tijd komt als ik het goed heb. Iets voor 7 uur staat hij voor onze deur met een mini-busje. Na een tussenstop bij Jacolien en Jos en een Nederlands echtpaar vertrekken we richting Brownsberg. Onderweg passeren we een baxietfabriek. Hier werkt Harvey in de week. Aan een klein winkeltje/eetgelegenheid stoppen we. We installeren ons onder een hutje terwijl dat Harvey het eten bovenhaalt. Na een ontbijt van broodjes kaas, hot dog en worstenbroodjes, hervatten we onze we onze autorit. Na een hele tijd rijden wordt het duidelijk hoe klein de auto is. Ik zit samen met Jos en de Nederlandse man op de achterbank waar heel weinig beenruimte is. Jacolien, Sophia en Joris namen de zetels voor ons in (waar meer beenruimte was) en de Nederlandse dame zat vooraan naast Harvey.
Na iets meer dan 2 uur rijden we de asfaltbaan af en komen we op een kiezelweg. Deze weg waren Chinese arbeiders nog aan het aanleggen. De kiezelweg werd verlaten en we kozen voor een echte zandweg met veel putten. De rit werd heel wat amusanter door het vele wiebelen van de wagen. Aangezien Brownsberg een berg is, was er dus ook een deel stijgen bij. Dit is natuurlijk niet zo eenvoudig op een zand/kleiweg die erg nat ligt. Na het maken van enkele slippertjes gebeurde het dan toch dat onze auto vast zat. Even terugkeren en met een iets krachtigere aanloop naar boven rijden had echter geen resultaat. Iedereen uitstappen en duwen zou de oplossing moeten bieden. Na wat proberen en het harde duwen van Joris, Jos en de Nederlandse man kregen ze de auto weg. Onze rit naar boven kon verdergezet worden. Tegen 11 uur is de avontuurlijk rit aan zijn bestemming gekomen. Nadat Harvey onze komst regelde met de administratie, konden we eindelijk uit de krappe auto.
Na het nuttigen van een banaan en een glas cola, trokken we onze stapschoenen aan en vertrokken richting het oerwoud. We gingen 2 (water)vallen, de Ireneval en Leoval, gaan bekijken. Tijdens de wandeltocht was er heel wat te zien. Vele grote bomen zorgden ervoor dat dit bos niet te vergelijken was met een bos van in Vlaanderen. Ook de telefoonbomen (bomen waarmee gecommuniceerd kon worden door er op te kloppen met een stok) en lianen (waarmee Tarzan en ook wij kunnen slingeren) waren erg bijzonder. Na een goed uurtje dalen kwamen we aan bij de Ireneval. Deze val was de grootste van de 2 en dat was ook te zien aan het volk dat aanwezig was. Een 6-tal mensen was in (zwem)kledij onder de watergevallen gekropen.
Wij konden natuurlijk niet achterblijven en sprongen in onze zwemkledij. De waterval was erg verfrissend en niet vergelijkbaar met iets dat we in België kennen. Ondertussen kwamen er andere mensen toe. Aangezien de waterval niet voorzien was op 20 personen gingen wij van onder de waterval. Na nog even te hebben gerust, begon het zwaardere deel van de beklimming. Alles wat je daalt, moet je achteraf ook terug stijgen en dit was ook bij ons het geval. De volledige weg naar omlaag moesten we nu in de tegenovergestelde richting doen. Dit was heel wat zwaarder maar ging toch erg vlot vooruit. Onderweg waren we een splitsing tegengekomen. De andere weg zou ons naar de Leoval brengen. Het Nederlandse koppel besloot om alleen naar boven verder te gaan want de dame zag het niet meer zitten om nog eens een afdaling met bijhorende terugweg te doen. Wij gaan wel nog even naar de Leoval. De weg naar beneden is gelukkig heel wat korter maar wel heel wat stijler. Aangekomen bij de Leoval vinden we hier heel wat minder mensen terug. De 2 aanwezigen maken zich juist klaar om te vertrekken waardoor we een waterval voor ons alleen hebben. Deze waterval is misschien kleiner maar er komt nog altijd erg veel water naar beneden.
De zwemshort hadden we nog aan dus we zaten snel in het water. Er was 1 plaats waar erg veel water naar beneden kwam. Op deze plaats moesten we dus geraken. In tegenstelling tot de Ireneval kwam het water hier van heel hoog. Hierdoor was het onmogelijk er recht onder te gaan staan. Even er onder gaan zitten was voldoende om te voelen hoeveel pijn water je kan geven. Na een tijdje vertrekken we op het gemak terug naar boven. We beginnen namelijk wel wat honger te krijgen. Het is namelijk meer dan 6 uur geleden dat we gegeten hadden.
Tijdens de tocht naar boven horen we in de verte het geluid van Brulapen, maar voelen we ook de hoeveelheid wind toenemen. Dit betekent dat er waarschijnlijk wat neerslag zit aan te komen. Het duurt dan ook niet lang dat het vermoeden wordt bevestigd. Al spoedige zijn we doornat. Er zit niets anders dan gewoon door te wandelen. Ondanks de grote hoeveelheid neerslag is het echt aangenaam. Aangekomen bij de wagen schuilen we nog even totdat de grote buien gedaan zijn. Alle doornatte kleren worden uitgedaan en droge kleren worden aangetrokken.
Na een lekker middagmaal gaan we naar de echte Brownsberg. Dit is maar 15 minuten meer wandelen. Vanaf de top heb je een mooi zicht op het stuwmeer en omliggende gebieden. Hier wordt nog duidelijker hoe gigantisch het stuwmeer is dat volledig Suriname van stroom voorziet. Naast het stuwmeer zien we hier ook enkele brulapen van erg dichtbij. Ook dit is erg de moeite waard.
Na een half uurtje keren we terug en stappen we de auto in. Het is ondertussen al laat en zijn de laatste auto die aanwezig is op het terrein. De afdaling is ondertussen ook erg glibberig geworden door de vele neerslag. Ht gaat erg vlot met af en toe eens een schuivende auto. Op een bepaald moment begint de auto zo erg te glijden dat hij niet meer te controleren is. De auto geraakt in bandensporen en glijdt verder tot de onderkant van de wagen vast blijft zitten. Herhaaldelijk proberen brengt niets op en we stappen net zoals in de heenrit uit de wagen. Het is echter snel duidelijk dat duwen niet veel zal helpen. Ondertussen arriveert een busje achter ons. Deze kan niet verder want er is niet genoeg plaats om te passeren. De meeste reizigers stappen uit en komen kijken wat er aan de hand is. Al snel beginnen enkele mannen met verschillende plannen om de auto aan het rijden te krijgen. Hout onder de banden, optillen met een krik, zelfs trekken met een jeep brengt niets op. Ondertussen begint het erg donker te worden maar is er nog niet veel beweging gekomen in de wagen. Op een bepaald moment stelt echter een van de buspassagiers op met alle aanwezigen de auto op te heffen en zo uit de geulen te krijgen. Na een kwartiertje proberen lukt het dan toch om de volledige auto er uit te krijgen. Wij zetten onze weg verder naar Stoneiland.
Na een half uurtje rijden komen we aan in Stoneiland. Een schiereiland aan het stuwmeer met vele barrakken en hutten om te overnachten. Harvey had ook voor ons een hut geregeld. Aangezien het al donker is kunnen we niet veel meer verkennen. We zetten ons neer en genieten van een koude djogo. Harvey is ondertussen weer in actie geschoten en is bezig met het maken van eten. Ondanks ons aandringen om even neer te zitten bij ons maakt hij weer een hele maaltijd. ’s Avonds genieten we van de heerlijke temperaturen en heldere sterrenhemel en kruipen toch op tijd in bed want morgen is het hier naar het schijnt een mooie zonsondergang waar we toch graag bij willen zijn. Slaapwel!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten