Maandag 1 maart 2010 (Dag 2)
Vandaag hadden we een vrije dag omdat in Suriname Hol Phagwa gevierd wordt. Dit is een feestdag bij de Hindoestanen. Dit is voor hen het Nieuwjaar en tevens wordt de overwinning van het goede op het kwade gevierd. De mensen vieren die door tegen elkaar ‘subh holi’ te zeggen en elkaar met parfum, water maar voornamelijk poederkrijt (en dit in alle kleuren: geel, groen, blauw, …) te besmeuren.
We hadden ons voorgenomen om vandaag die festiviteiten toch eens op te zoeken. We wisten dat het vanaf 8 uur begon in de straten van de hoofdstad. Daarom besloten we om toch even uit te slapen. Hier kwam echter niet veel van in huis want tegen kwart over 6 was ik al wakker met het geluid van allerlei plaatselijk dieren. Niet veel later waren ook Joris en Sophia wakker. Aangezien het nog erg vroeg was, hebben we eerst onze eerste dag vastgelegd in tekst zodat we deze later op onze blog konden plaatsen.
Na een ontbijt van sponsbrood en choco, confituur, roze salami en Hollandse kaas, hebben we eens aan het thuisfront gedacht. We besloten om aan de hand van een videocamera onze eigen Man bijt hond-versie te maken. Deze kunnen jullie hopelijk binnenkort op het internet vinden.
Nadat dit alles was afgewerkt besloten we een kleine wandeling te maken naar de plaatselijke Chinees. Deze uitdrukking is echter niet voor een Chinees restaurant, maar het gaat hier over een supermarkt. Deze worden hier overal uitgebaat door het Chinese gedeelte van de bevolking. Hier kochten we nog enkele zaken die we vergeten waren de dag ervoor.
Thuisgekomen kregen we bijna onmiddellijk bezoek van onze huisbazin. Zij had ons beloofd eens te kijken om ons internet te voorzien in onze woning. Hiervoor was ze bij haar zoon ten rade gegaan. Hij had het wachtwoord meegegeven en dit kwam ze nu brengen. Na wat testen van de beschikbare netwerken, lukte het uiteindelijk om op het Internet te gaan. We waren haar hiervoor erg dankbaar. Het is natuurlijk wel raar om iemand dankbaar te zijn, als je de naam niet kent. Nadat we het gevraagd hadden, was het niet meer huisbazin maar Lie. Nadat ze weg was, moest dit internet ook direct geprobeerd worden op de laptops van Sophia en Joris. Na het overbruggen van heel wat moeilijkheden, slaagden we er om alle drie tegelijkertijd op het internet te surfen. Jullie bekijken deze blog nu waarschijnlijk met een erg snelle ADSL-verbinding, maar hier in Suriname is het heel wat anders. Met een snelheid van gemiddeld 11Mb per seconde is het met 3 personen erg moeilijk om iets te doen op het internet.
Na vele pogingen besloten we dat het genoeg geweest was en dat het tijd was om naar de stad te trekken. We wilden namelijk nog wat meemaken van de feestdag. Aangezien we nog niet erg thuis zijn op het gebied van het openbaar vervoer, vertrokken we te voet richting centrum. Onderweg was er wel erg veel te beleven. We kregen nu een erg goed zicht van het dagelijkse leven in Suriname. Onderweg kwamen we heel wat mensen tegen die duidelijk Hol Phagwa gevierd hadden. Zij hingen vol met alle kleuren van krijt. Ook de pick-uptrucks met feestvierende mensen was een deel van het straatbeeld.
Na ongeveer een uur wandelen, kwamen we in de historische binnenstad aan. We besloten dan ook om onze dorst hier eens te lessen. Hier moesten we niet lang naar zoeken, want we kwamen al snel op een gezellig gevuld pleintje. Hier bleek het bekende café/restaurant ’t vat gevestigde te zijn. Geïnstalleerd aan en tafeltje werd ons onmiddellijk de menukaart onder de neus geschoven. Uit de enorme kaart kozen we alle 3 een eenvoudig e voor ons bekend gerecht. Hier hebben we dan een kleine 2 uur gezeten totdat we verder de stad in trokken.
Sophia en Joris wilden ook hun telefoonkaart herladen en gingen hiervoor naar een plaatselijke internetpoint. Na de aankoop van een kaart van 10SRD, hoopten ze toch weer even verder te kunnen. Na het herladen bleek echter maar iets meer dan 3 dollar op hun kaart te zijn bijgekomen. Na navraag in het internetpoint werd duidelijk dat op telefoonkaarten gerekend werd met Amerikaanse dollars en niet met Surinaamse dollars. Dit was dan ook weer allemaal verduidelijkt.
Na nog een klein tochtje via het presidentieel paleis en de vele oorlogsmonumenten, begon het al erg donker te worden. Voordat we terugkeerden naar onze woning, besloten we toch nog een terrasje te doen. We waren nu toch in het centrum. Toen we een vrij tafeltje gevonden hadden, viel ons op dat naast ons veel lichtere mensen zaten. Zij waren duidelijk geen lokale inwoners. Ook hun accent maakte duidelijk dat hier oa Limburgse klanken tussen zaten. Na de groep eens goed te bekijken (wat iedereen deed omdat zij erg opgingen in het lokale Hol Phagwa met al het krijpoeder) herkenden we iemand waarmee we gepraat hadden op de infodag in Brussel. Ook Annabelle, een meisje van Stekene maakte deel uit van de groep. Thuis had ik van haar moeder geld meegekregen. Door het toeval kon ik dus onmiddellijk haar geld overhandigen.
Na nog enkele uurtjes samen met deze groep doorgebracht te hebben op het terras, besloot iedereen naar huis te gaan. De anderen hadden dit duidelijk al meer gedaan maar voor ons was het de eerste keer dat we een taxi zouden nemen. Een taxi die aan het café stond geparkeerd probeerde ons meerdere malen te overtuigen om met hem mee te rijden, maar na het bellen van een taxibedrijf hadden we snel een taxi en konden we voor 15 SRD (4EUR) terug naar ons huis. Thuisgekomen waste ik snel het krijtpoeder dat ik van ons nieuwe Belgische vrienden had geregen, af en kroop tegen 23u in mijn bed. Hier zou ik dan zeggen: ‘Tot morgen’, maar om kwart voor 12 werden we gewekt door mijn GSM. Lie, de huisbazin, telefoneerde nog even om na te gaan of we morgen wilden meerijden naar de universiteit. Nadat we haar vertelden dat we al een taxi hadden geregeld wensten Joris en ik elkaar opnieuw slaapwel. Tot morgen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten