Dinsdag 2 maart 2010 (Dag 3)
Vandaag was het voor de lokale bevolking de eerste werkdag sinds onze komst naar Suriname. Ook voor ons begon het verplichte gedeelte. We hadden vandaag afgesproken met mevr. Rozenblad, de begeleidster van de stagiairs van het IOL.
Er was afgesproken tegen 9 uur op de universiteit dus hadden we maar onze wekker gezet zodat we zeker op tijd zouden wakker zijn. Na een verfrissende douche, het aantrekken van een hemd en lange broek en het nuttigen van een ontbijt, was het bijna half 9. We hadden met de taxichauffeur van gisteren afgesproken dat er opnieuw iemand ons zou komen afhalen. We vergrendelden ons huis en stapten al richting Kwattaweg (de hoofdweg). Daar aangekomen kwam juist de taxi in onze straat gereden. Na een rit van een klein kwartiertje kwamen we op de terreinen van de universiteit.
De universiteitssite is enorm groot omdat hier ook alle richtingen gevestigd zijn. Er is namelijk maar één universiteit in Suriname. Na wat rondvragen vonden we mevr. Rozenblad. We gingen samen naar een lokaaltje waar direct een formulier in onze handen werd gestopt. Het ging hier over een registratieformulier voor stagairs. Dit zou doorgegeven worden aan het ministerie van Onderwijs.
Ondertussen was er nog een andere docent in het lokaal gekomen. Zij was de docent geeft Geschiedenis en zal dus Joris begeleiden. Zij verduidelijkte direct voor hem waar het op stond voor de stage. Het was duidelijk dat zij niet de meest gemakkelijke vrouw zou zijn. Sophia haar begeleidende docent was niet aanwezig op de universiteit, dus zij kreeg het telefoonnummer mee. Zij zal dus later eens contact moeten opnemen. Voor mij was er klaarblijkelijk geen docent voorzien. Ik kreeg net als Joris en Sophia te horen dat we ons school mochten gaan opzoeken. Joris en Sophia vertrokken met de bus richting centrum en ik ging te voet naar de NATIN-campus die we tegen kwamen tijdens de rit naar de universiteit.
Daar aangekomen stapte ik gewoon de school binnen. Het liep hier vol met leerlingen in witte en groene NATIN-polo’s. Dit is de verplichte kledij dat de leerlingen moeten dragen. De kleuren zorgen voor een leuk zicht in de school. Het ziet er fris uit. Na de volledige school doorlopen te hebben, sprak ik een leerkracht Wiskunde aan die in zijn klaslokaal zijn krant aan het lezen was. Hij stuurde mij door naar de administratie een beetje verderop. Daar kreeg ik te horen dat ik op de verkeerde campus was want hier was geen ICT. Ik kreeg een adres naar mijn hoofd geslingerd maar net als alle andere namen hier kon ik dit natuurlijk niet onthouden en wist ik al helemaal niet naar waar ik moest. Na een beetje verder stappen op de baan, werd duidelijk dat ik niet de juiste richting uitging. Terugkeren was dus de oplossing.
Ik kwam na een tijdje terug aan de universiteit. Ik wist als ik de weg zou uitlopen dat er daar nog ergens een vestiging was van het NATIN. Ik liep dus nog even verder en merkte op dat er voor mij een leerling liep van het NATIN. Ik herkende hem natuurlijk aan het typische hemd. Ik besloot hem te volgen. Misschien ging hij wel naar de andere campus en als ik iets sneller stapte zou ik hem inhalen en kon ik vragen waar de andere campus was. Dit moest ik echter niet doen. De leerling leidde mij rechtstreeks tot de ingang van de andere campus. Deze was rechtover de ingang van de universiteit maar dit was mij niet opgevallen.
Daar aangekomen besloot ik niet te veel zelf te zoeken, maar sprak ik een leerling met een werkoutfit en rastamuts aan. Hij legde mij uit hoe ik aan het kantoortje kon geraken van de onderdirecteur. Deze man was nog niet de juiste persoon die ik moest hebben, maar hij verzekerde mij wel al dat ik de juiste campus was en dat hij mij naar de juiste persoon zou brengen. Ik vertelde hem dat ik contact had gehad met Jerrol. Hij probeerde via telefoon Jerrol te bereiken maar kreeg geen gehoor. Na een tweede telefoontje naar een andere persoon, bracht de onderdirecteur mij naar Roy. Hij was een van de personen die betrokken was bij de ICT-richting. Hij gaf me een rondleiding binnen de richting.
Er zijn 2 klassen die de richting ICT volgen. Deze vormen samen een groep van 38 leerlingen. Omdat deze richting maar sinds dit jaar bestaat, is er enkel een eerste jaar. De bedoeling van deze richting is het voorbereiden van de leerlingen voor het bedrijfsleven. Voorlopig is er enkel een curriculum uitgewerkt voor het eerste jaar. Deze richting is uitgewerkt en gefinancierd door een Nederlandse organisatie. Ook het lokale bedrijfsleven heeft haar steentje bijgedragen. Doordat er heel wat extern geld beschikbaar was, is deze richting erg goed voorzien. Alle (computer)onderdelen zijn overgevlogen vanuit Nederland.
Er zijn 3 klaslokalen ontworpen die gebruikt worden door enkel deze richting. Ze zijn dan ook volledig voorzien voor het gebruik van ICT. De grootste klas is volledig klaar. Hier vinden we een 25-tal HP-computers, een beamer en een lazerprinter. De tafels zijn uit hout en zijn voorzien van een schuifbord waarop we het toetsenbord en muis vinden. Normaal gezien zou er nog een iets kleinere computerklas zijn, maar hiervoor is het materiaal nog niet gearriveerd. Voorlopig wordt deze klas gebruikt voor de practica (Nu gaat het over het moederbord). De derde klas is een gewoon klaslokaal voor de algemene vakken. Dit is een klas met een groot krijtbord en allemaal individuele tafeltjes en stoelen. De leerkracht heeft vooraan ook een eigen tafel.
Na het bezoeken van de 3 klassen, leidde Roy mij ook nog eens door de rest van de school. Ook 2 kleinere computerklassen waar andere richtingen gebruik van maakten, kreeg ik te zien. Op het einde van de rondleiding scheiden onze wegen. Ik vertrok nu richting onze woning. Dit viel echter tegen. Ik was volledig de andere kant van de school terug buiten gelaten waardoor ik me niet echt kon oriënteren. Na een goed uur wandelen in de brandende zon, kwam ik thuis. Joris en Sophia waren ondertussen al begonnen met eten. Ik was namelijk onderweg al eens gestopt aan een ‘Nederlandse’ bakkerij.
In de namiddag hebben we niet veel meer gedaan. Ik ben nog bij Lie geweest of ik haar fiets kon lenen tot het einde van de week. Zo kon ik gemakkelijker naar mijn school rijden. Een vraag die in mijn ogen maar 5 minuten zou duren, duurde uiteindelijk meer dan een half uur. Lie en haar man hadden veel te vertellen toen ik haar zei dat we zelf achter huurfietsen aan het zoeken waren. Lie nam zelf haar telefoon erbij en pleegde enkele telefoontjes. Al snel had ze enkele prijzen verzameld. Deze heb ik dan voorgelegd aan Sophia. Voor mezelf had ik ook een fiets geregeld; Lie had er namelijk geen enkel probleem mee dat ik deze gebruikte.
’s Avonds zijn we op tijd gaan slapen want morgen moeten Sophia en Joris tegen 7 uur op school zijn. Slaapwel!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten