Suriname op de kaart


Suriname weergeven op een grotere kaart

zaterdag 10 april 2010

... over binnenlandse dorpen, zwemmen en chillen

Zaterdag 10 april 2010 (Dag 42)


Vandaag moeten we opstaan om half 9. Ik ben echter al vroeger wakker door het vele lawaai dat Lizette en haar crew maakt tijdens het klaarmaken van het eten. De eethut is namelijk juist achter onze hut dus alles komt goed bij ons binnen. Ik blijf nog even liggen en sta na een tijdje toch op. Ik spring in mijn kleren en ga naar het water. Daar zet ik me neer op een steen die gisteren nog volledig onder water stond maar nu volledig boven water lag. Na ongeveer een uurtje aan het water gezeten te hebben, begon ik toch wel honger te krijgen en ging ik kijken hoe het zat met het eten. Ondertussen was iedereen wakker en kon er onmiddellijk gegeten worden. We mochten van Lizette echter maar gaan eten als iedereen aan tafel was. Voor de Nederlanders was het nog erg vroeg waardoor we wel een tijdje op hen moesten wachten.

Na het ontbijt hadden we tijd om te wassen onder de douches. Je kan echter gewoon in de rivier gaan zwemmen want het water van de douches wordt iedere morgen in grote tanks gepompt. Je douchet je dus met water van de rivier. Niet iedereen had dit door...

Na het wassen en even ontspannen, worden we allemaal verwacht in de eethut. Daar is ondertussen nog iemand nieuw te zien. Doris, onze Surinaamse gids is gearriveerd. Hij woont in Jaw Jaw (het dorp aan de overzijde van de rivier) en weet dus als geen ander hoe het leven hier in zijn werk gaat. Na een kleine inleiding in gebrekkig maar echt grappig Nederlands, komt hij persoonlijk kennis maken met iedereen van onze groep. Na deze kennismaking gaan we richting de aanlegplaats van de boten, krijgen we een zwemvest in onze handen gestoken en nemen plaats op een van de banken. We varen met de 2 boten een heel klein eindje stroomopwaarts naar een naburig Marrondorp. Een dame van het dorp staat samen met haar kinderen af te wassen in de rivier totdat wij met de boot richting de oever varen. We gaan aan land tussen de potten en de pannen.

Op land is het veel een bijzonder beeld. Er liggen boomstammen die uitgehold zijn en later als boot zullen fungeren. Doris had ons echter al van in het begin duidelijk gemaakt dat we geen foto’s mochten trekken zonder toestemming van de mensen. Zij hebben namelijk een beeld van de blanken dat deze foto’s enkel gebruikt worden om geld te verdienen. Als iedereen aan land is, geeft Doris uitleg over het dorp. Na een klein beetje stappen komen we bij een groep mensen die bezig zijn aan het afwerken van een boot. Het vervaardigen van boten is een van de broodwinsten van het dorp. Er gaat echter een heel proces aan vooraf. Om een boot te maken gaan ze naar het bos en zoeken daar grote, rechte bomen. Deze halen ze naar beneden en worden naar het dorp gebracht. Daar beginnen ze de stam uit te hollen. Als de stam volledig uitgehold is, wordt de stam gevuld met allerlei droge bladeren en takjes. Als de stam is opgevuld, wordt de inhoud in brand gestoken. Dit is om de stam uit elkaar te trekken. Om de stam breed te houden, wordt er na het Branden houten balkjes tussen gestoken. Net branden wordt de stam nog wat afgewerkt en begint de echte samenstelling van de boot. Van andere boomstammen worden planken vervaardigd. Deze worden dan gebruikt om de boot vorm te geven. De uitgeholde boomstam wordt gebruikt voor de bodem en hierop wordt alles gebouwd.

De boot waaraan nu gewerkt wordt, is bijna af. De dorpsbewoners laten ons toe om foto’s te nemen als ze wat geld krijgen voor enkele djogo’s. Reynier vraagt aan mij of ik wil rondgaan bij de groep om wat geld te verzamelen. Na het trekken van wat foto’s, stappen we verder naar het dorp. We passeren een poort die bestaat uit 2 delen. De mannen moeten door de rechter zijde en de vrouwen door de linker zijde. Vrouwen die ongesteld zijn, mogen niet door de poort en moeten rondlopen. De poort is aanwezig om het dorp te beschermen tegen boze geesten. In het dorp zien we vele kleine hutjes staan. Het is er wel erg rustig want vele inwoners zijn naar de stad omdat het vakantie is.

Het dochtertje van de eigenaars van ons eiland was bij ons vertrek ook in de boot gesprongen. Zij ging met ons mee en liet haar vader achter bij zijn boot. Iedereen was zot van het kind en werd voordurend gedragen door een van de studenten. Onderweg naar het volgende dorp nam ik haar ook even in mijn nek. Het volgende dorp (Jaw Jaw) was gelijkaardig als ons vorige dorp. Het was wel iets groter en zij hadden minder schrik van de blanke toeristen. De kinderen komen spontaan naar jou en zingen liedjes. Zij zijn niet op het geld uit dat ze kunnen verdienen door de foto’s. Hier had ik dan ook een veel aangenamer gevoel bij. De mensen lieten je veel meer toe in hun dorp. Na een wandeling door het dorp, namen we de boot naar de andere zijde van de rivier waar ons eiland was. Daar aangekomen sprongen we onmiddellijk in de rivier om af te koelen. We hadden het namelijk erg warm van het wandelen en de brandende zon. ’s Avonds aten we weer een uitgebreide maaltijd waarna we nog wat genoten van een drankje en een sterrenhemel voordat we gingen slapen. Tot morgen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten